DIN reguleert de Duitse normen voor een verscheidenheid aan onderdelen en industrieën, maar de eerste norm – gepubliceerd in 1918, volgens de DIN Timeline – regelde de productie van conische pennen. Naarmate de organisatie groeide, omvatte zij een breder scala aan normen met de nadruk op kwaliteitsborging. Het sloot zich in 1961 aan bij ISO nadat het zichzelf had gevestigd als een leidende stem op het gebied van Europese normen.
DIN 6325 paspennen zijn parallelle pennen zonder kop, gehard en geslepen tot een precieze diameter. Het ene uiteinde is 15 graden afgeschuind en afgerond om het inbrengen te vergemakkelijken, terwijl het andere uiteinde een radius heeft.
Uitgevoerd in tolerantieklasse m6 (overmaats) en precisie h6 (ondermaats), variëren de "limietafwijkingen" - ook wel de "tolerantiezone" genoemd - per diameter. De diameter van een M5 m6-pin is bijvoorbeeld +0.004 tot +0.012 mm, maar een M5 h6-tolerantiepin varieert met slechts 0,008 mm in plaats van 0,016 mm: 0 tot -0,008 mm. Alle pinnen zijn van blank staal en zijn daarom niet ongevoelig voor roest. DIN 6325 geharde paspennen zijn vergelijkbaar met ISO 8734.





